Snipperbericht 1
Opa was verdomde dapper
‘Opa was verdomde dapper’ Alleen die titel al maakte dat ik het ‘Zomerinterview’ in de Boekenbijlage van NRC Handelsblad van 17 augustus moest lezen. Kester Freriks in gesprek met Hans Goedkoop over zijn boek De laatste man. Een herinnering, waarin de schrijver het leven van zijn grootvader, die kolonel was tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië, probeert te reconstrueren. Hij is op zoek naar het familiegeheim, want waarom wilde nooit iemand praten over die tijd en over het leven na de repatriëring? Een paar citaten uit het interview:
Kester Freriks: De ondertitel van uw boek luidt ‘Een herinnering’. Maar feitelijk betreft uw boek een reconstructie.Hans Goedkoop: Mijn boek gaat in essentie over herinneren en vergeten, hoe herinneringen werken en hoe herinneringen in de loop van de jaren de werkelijkheid vertekenen. Voor mij als historicus was het een schok te ontdekken dat je eigen leven en dat van je familie onderdeel kunnen zijn van de geschiedenis. (…) Voor mij is de kern dat de grote geschiedenis en mijn familiegeschiedenis lange tijd gescheiden compartimenten waren. Je familiegeschiedenis bekijk je van binnenuit, de grote geschiedenis van veraf. Ze kwamen voor mij lange tijd niet bij elkaar.
KF: Een van de eerste woorden uit uw boek is ‘spijt’. Spijt waarvan?HG: Voor ons kinderen, maar ook voor mijn moeder en haar zussen waren er nauwelijks verhalen. Opa en oma zaten in Indië, de kinderen in Nederland. Wat was er werkelijk gebeurd?Vier jaar geleden is mijn moeder overleden. Op de ochtend dat ik afscheid van haar nam bij de open kist had ik inderdaad spijt dat ik haar niet meer had gevraagd over het levenslot van opa. Ik had moeten doorvragen waar zij ontwijkende antwoorden gaf.
KF: Uw boek heeft een bijzondere structuur: u schakelt van zoektocht naar reflectie, van beschouwing over de werking van herinnering naar persoonlijke overweging. Waarom?HG: Ik ben begonnen met mijn eigen vragen. Hoe kan het dat een man met zo’n staat van dienst zo in de marge verdwijnt? Ik zocht in de archieven naar een logisch antwoord, maar vond zoveel tegenstrijdigs en ongrijpbaars dat de ene vraag de andere opriep.Het boekje is een zoektocht naar een kwijtgeraakte man uit een kwijtgeraakt land. Het gaat over wat er niet meer is en wat vergeten en verzwegen wordt. Dan kom je er niet meer met stukken uit archieven op een rijtje te zetten. Dan moet je interpreteren, speculeren, en dan kun je je eigen rol in alle eerlijkheid niet meer buiten beeld houden. Ik vind hardop nadenken altijd veel interessanter dan doen of je verhaal zo klaar als een klontje is. Wat interessant is, is nooit zo klaar als een klontje.
HG: Ergens schrijf ik: ‘Het verleden is een vreemd land en als je het in gedachten oproept, wordt het steeds een ander land.’ Dat vind ik een belangrijke waarneming. Mijn grootvader bevond zich op een kruispunt van de geschiedenis. tegelijk met het afscheid van Indië beginnen de herinneringen, en begint ook de vertekening door de herinnering.HG: Iedereen heeft een ander verhaal. Opa zweeg over de gebeurtenissen van toen. Ze zijn vaak te pijnlijk en je sprak er niet over. Voor mijn moeder was het te ver weg. Maar voor mij, opa’s kleinzoon, de derde generatie, is die historie van grote betekenis. Ik heb voldoende afstand gekregen om gewoon nieuwsgierig te worden. Ik vlei me met de hoop dat dat voor veel kinderen en kleinkinderen geldt. Er is gehoor voor verhalen van toen.
Deze fragmenten raakten me. Ik kocht het boekje en las het dezelfde middag nog. En net als in het interview vond ik ook in het verhaal prachtige zinnen en passages die een aantal aspecten van autobiografisch schrijven heel mooi illustreren. Ze illustreren voor mij:
- Je eigen leven en dat van je familie is altíjd onderdeel van een groter geheel, van de geschiedenis. Je leeft in een bepaalde tijd, en ook zonder politieke stellingname of functie, ben je beïnvloed door die tijd.
- De verhalen zijn belangrijk voor de kinderen en kleinkinderen of anderen met wie je in verbinding bent. Ze plaatsen het concrete leven in een groter kader. Ze verbinden je met ouders en voorouders. Veel kinderen willen de verhalen van hun ouders of grootouders leren kennen, en omgekeerd zijn er ook veel mensen die – zeker als ze zelf ouder worden - behoefte hebben hun verhalen door te geven. Een van de belangrijkste redenen voor het schrijven van levensverhalen. ‘Er gaat een opa dood. Een oma. later volgt een oom of tante, allemaal op afstand nog. Maar op een dag is het je vader of moeder en is er, naast heel veel meer, de spijt om wat je nooit gevraagd hebt, niet genoeg, niet zo dat je het echt begrijpt. Nu sluit zich het verleden. Wat weet je van de stam waaruit je bent geboren?’(Hans Goedkoop in De laatste man. Een herinnering. Augustus, Amsterdam, 2012, blz. 7)
- Dóórvragen, zoeken, opnieuw vragen en nog eens, tot het goede moment aangebroken is (vaak later!), kan daarbij heel belangrijk zijn. Soms kunnen of willen verhalen (nog) niet verteld worden. …’omdat herinneren een luxe is die niet elke generatie zich kan veroorloven.’ (Hans Goedkoop in De laatste man. Een herinnering. Augustus, Amsterdam, 2012, blz. 7)
- Soms maakt het uit hóe je vraagt en met welke noodzaak. Straks ben je er niet meer en dan ken ik niet eens jouw verhaal! zei ik tegen míjn moeder, die in vroegere tijden niet graag vertelde en later, met het ouder worden, ineens wél met plezier herinneringen ophaalde. Ik moest vaak vragen.
- Je bent als schrijven van een verhaal (van een ander, maar ook van je eigen leven!) altijd de zoeker, de toeschouwer, degene die interpreteert, speculeert, fragmenten aaneenplakt in een bepaalde volgorde, degene die betekenis geeft aan alle gegevens en verhalen. Zelfs als je probeert zoveel mogelijk buiten beeld te blijven, ben je in beeld, door de wijze waarop je de woorden hoort, neerschrijft, overschrijft en aan elkaar plakt. Door de manier waarop je de fragmenten tot een groter geheel maakt, door je commentaar, ook als dat niet in de tekst staat. Dat maakt het levensverhaal zo spannend, want het is nooit een statisch, objectief gegeven. Er zijn feiten, gebeurtenissen, en er is een volgorde van de feiten, een betekenis van de feiten, reflectie op die gebeurtenissen. Als je 17 jaar oud bent, interpreteer en reflecteer je volkomen anders dan als je 40 jaar bent, of 60 jaar. Op elk moment kun je het verhaal opnieuw samenstellen, en altijd wordt het een nieuw verhaal.
- Als je hardop nadenkt, en dus reflecties toevoegt aan het levensverhaal, maak je jezelf zichtbaar, hoorbaar en voelbaar. Soms is dat niet wenselijk en moet je jezelf zoveel mogelijk buiten het verhaal van die ander houden, bijvoorbeeld als je in dienst van een ander zijn of haar verhaal optekent (of als je levensboeken maakt met ouderen vanuit je werk). Het verhaal krijgt dan geen meerwaarde door jouw visie en meningen. Maar het kan ook zijn dat die eigen stem het verhaal juist veel boeiender, interessanter en spannender maakt, zeker als je echt hebt moeten zoeken naar de tekst, of als je een persoonlijke relatie hebt met de verteller of de hoofdpersoon. Ik denk bijvoorbeeld aan Het pauperparadijs. Een familiegeschiedenis van Suzanna Jansen (kleindochter op zoek naar de geschiedenis van haar voorouders). Verwante boeken zijn ook: Asta’s ogen. De levenskracht van een Indische familie van Eveline Stoel (vriendin van kleinzoon vertelt het levensverhaal van de grootmoeder en matriarch van de familie), Het zwijgen van Maria Zachea. Een ware familiegeschiedenis van Judith Koelemeijer (kleindochter vertelt over het leven van haar grootmoeder via de verhalen van de kinderen, haar ooms en tantes) en Sonny Boy van Annejet van der Zijl (reconstructie van het bijzondere levensverhaal van de Surinaamse Waldemar en de Nederlandse Rika).
- Herinneringen zijn nooit ‘de waarheid’.Het levensverhaal zit niet als een mooi compleet verhaal met begin, midden en einde ergens in de ladekast van ons geheugen. ’…Voor het geheugen van mijn moeder bleek de grens bereikt. Als ik haar later vroeg hoe het kon dat ze iets niet én wel wist, keek ze van al sla je me dood, en meer viel er misschien ook niet van te maken. Het geheugen heeft zoveel niveaus, de lijn tussen herinneren en vermoeden is zo dun, vertellen is vervormen, en dan heb je nog vergeten en verdringen. Het verleden is een vreemd land en als je het in gedachten oproept, wordt het steeds een ander land. Juist wezenlijke dingen weet je niet en ook weer wel...’ (Hans Goedkoop in De laatste man. Een herinnering. Augustus, Amsterdam, 2012, blz. 37)Herinneringen zijn fragmenten, onaf, vertekend door het verglijden van de tijd, door het vergeten van details of juist het naar voren komen van andere details, veranderd doordat we zelf veranderd zijn. Herinneringen zijn net zo veranderlijk, levend en beweeglijk als het leven zelf. Daarom heeft iedereen een ander verhaal, ook over dezelfde gebeurtenissen. Daarom is elk verhaal een momentopnamein de tijd en kan het morgen alweer een ander verhaal zijn geworden. Daarom is het levensverhaal ook nooit af.
Er is trouwens ook een website gelanceerd naar aanleiding van het boek: www.delaatsteman.nl: daarop kan iedereen persoonlijke verhalen over het onderwerp van het boek kwijt.
José Franssen (22-8-2012)