Fotoschatkist

Toen het digitale fototijdperk begon, vond ik fotograferen nóg leuker dan vroeger. Vage en nietszeggende foto’s gooide ik weg en ik hoefde niet meer alles af te drukken, want in de computer kon je de beelden haarscherp zien. Toen ik wist dat mijn moeder de ziekte van Alzheimer had, ontdekte ik dat foto’s nog meer konden betekenen. Als we een wandeling maakten, op bezoek gingen bij vrienden, een uitstapje maakten naar kasteelpark of botanische tuin, maar ook als we bloemen kochten voor het balkon, als we koffie dronken op de Pietersberg… ik maakte altijd foto’s. ’s Avonds was mijn moeder vaak alweer vergeten wat we gedaan hadden en dan toverde ik zonder enig probleem onze belevenissen van die dag weer tevoorschijn in plaatjes. Zo genoten we nóg een keer van onze activiteiten en bovendien fungeerden de beelden als geheugensteun. Mijn moeder kon dan wel niet meer zelf bedenken wat we gedaan hadden, maar als ze de beelden zag, zei ze steevast: ‘O ja…’ en dan wist ze het weer.

Zo begon mijn ‘fotoproject’: tot aan haar dood fotografeerde ik mijn moeder en vooral ook de dingen die we deden. Langzamerhand begon ik het ‘mijn schoonheidsproject’ te noemen. Het fotograferen stond niet meer alleen in het teken van het geheugen. Ik probeerde ook schoonheid te vangen: terwijl wij onze wandelingen langs de Maas maakten, fotografeerde ik de rivier met boten, watervogels, bloemen aan de waterkant en in de omgeving. Margrieten, wilde salie, majoraan, zelfs wilde aardbeitjes vond ik. Zonder enige foto-ervaring gebruikte ik de macrofunctie op mijn kleine volautomaat en hup, ik maakte de mooiste plaatjes van bloemen, bijen, en zelfs van de wind in het wuivende gras. Niets spectaculairs, maar wel beelden waar we later nóg eens van genoten, gezellig samen op de bank met de laptop op schoot. In de loop van de jaren kwam er nog iets bij: ik begon al te fotograferen op weg naar mijn moeder en ik schoot ook plaatjes onderweg naar huis. Ik wilde schoonheid blijven zien, ook als ik soms mismoedig en verdrietig was over wat Alzheimer aanrichtte. Ik leerde goed te kijken en mooie details te vangen. Als ik thuis was, keek ik naar de beelden en dan voelde ik me getroost, doordat ik in staat was de schoonheid in de wereld te blijven zien. En nu, nu mijn moeder er niet meer is, is mijn fotovoorraad een schatkist geworden!

Gepubliceerd in: Zorgbelang, Gezond lijfblad voor alle Limburgers, nummer 3, 2014