Leven in het hier en nu
Als ik íets leer in deze tijd van mijn leven, is het wel om te leven in het moment van nu. Een heel groot deel van mijn moeders verleden is inmiddels weggevaagd en de herinneringen die ze wel nog heeft, zijn als gatenkaas. Alzheimer heeft zich als een gretige muis kriskras door alles heen gegeten. Wat overgebleven is van de geschiedenis, is een onbetrouwbaar en onvolledig bouwwerk. Ook met de toekomst is niet veel te beginnen, want het afmeten van de tijd in dagen en weken is onmogelijk. Morgen geeft nog net wat houvast, maar als ik het over volgende week heb, zucht mijn moeder: 'ach kind, dát is nog zover…'. Volgende week is onbereikbaar geworden, de kalender werkt niet meer.
Dus als ik bij haar aankom met mijn bos bloemen en de schone was, als ik mijn moeders opgeluchte en blije lach zie over mijn komst, begint onmiddellijk het nu. Het zware hart waarmee ik in de trein zat, verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ook ik heb geen tijd meer voor wat was en voor wat komt, want het aanwezig zijn en het bezig zijn met de dingen nu vraagt al mijn aandacht. Mijn moeder drentelt als een zesjarige achter me aan. Ik zet een potje thee, ruim de was op, en loop alle hoeken en gaten in haar kamer systematisch na. De bh’s haal ik uit de koelkast, het brood vis ik tussen de handdoeken uit en alle spullen zet ik weer terug op hun eigen plaats. Mijn moeder helpt mee op mijn aanwijzingen. Samen zetten we de bloemen in het water, ik snij de eindjes van de stelen, zij haalt de doornen van de rozen. We drinken onze thee, en op het moment dat mijn moeder onrustig wordt en begint te mopperen over het leven op de verpleegafdeling waar ze niet wil zijn, vind ik het tijd worden om naar buiten te gaan. Bij elke handeling assisteer ik, en ik breng nog snel wat make-up aan op haar gezicht dat ze braaf omhoog houdt. De lippenstift doet ze zelf.
Even later lopen we buiten, stevig gearmd bij wijze van valpreventie. We lopen de straat uit, ademen de frisse lucht in, bekijken de tuinen en huizen, we steken de dijk over en zijn dan op het pad langs de Maas. Als we de rivier zien is alles goed. Het water stroomt en we kijken of het langzaam of snel gaat, of het water hoog of laag staat. We luisteren en als we een boot horen aankomen wachten we tot die voorbij is. Boten, eenden, meeuwen, vlinders, bijen, de bomen en bloemen langs de rivier, we bekijken en beleven alles met aandacht alsof we het de eerste keer zien.
We rusten uit op een bankje en we zitten vredig en stil naast elkaar. Soms leg ik een arm om mijn moeder heen en besef dan, dat dit het leven is. Hier. Nu. Geen verleden en geen toekomst. Wolken in de lucht, de weerspiegeling van het licht op het water, boten kijken en de wind voelen op onze wangen. We bewegen langzaam in de tijd, genieten van het moment. Moeder en dochter. Ik realiseer me ten volle dat mijn moeder mijn kind geworden is.We lopen het lange pad af dat met een bocht naar het Kapelletje van Genooi gaat. Een Mariakapel, die mijn moeder vroeger al vaak bezocht op zomerse namiddagen. Het is het eindpunt van onze wandeling, en in de kapel steken we een kaarsje op. Als er geen mensen zijn, praten we hardop met Maria, als er mensen zijn, zitten we stil in een bank. Daarna drinken we cappuccino in het café ernaast, we genieten van de koffie, de plek en de weldadige rust. Nooit is mijn moeder boos tijdens de wandeling, nooit moppert ze, al het andere is eenvoudigweg verdwenen en er is alleen het genieten van het buiten zijn en de veiligheid van een dochter die de weg weet. We hebben soms merkwaardig heldere gesprekken tijdens onze wandelingen.
De weg terug is net zo fijn als de weg heen, en de wereld van alledag komt pas weer in beeld als mijn moeder het naambord ziet van het huis waarin zij nu woont. Ineens leven we in een heel andere realiteit, waarin paniek en chaos mee regeren. Ik heb mijn handen vol met de onrust, de boosheid en het verdriet, die als bij toverslag opdoemen als mijn moeder zich weer realiseert, waarom zij hier wonen moet. De avond breekt aan met nieuwe taken en pas als mijn moeder in bed ligt en slaapt, komt er weer ruimte voor gedachten over morgen en gisteren.
Gepubliceerd in E-zine van Expertisenetwerk Levensvragen en Ouderen, www.netwerklevensvragen.nl, augustus 2009