Wegkijken

Op de verpleegafdeling waar mijn moeder woont, maar niet alleen daar valt mij op dat wij met onze ouderen omgaan alsof zij ánderen zijn! En al helemaal als die ouderen, onze vaders en moeders, broers en zussen, dementerend zijn of afhankelijk van onze zorgen. Een onzichtbare scheidslijn loopt tussen hen en de meeste andere mensen: zij daar en wij hier. En zo laten we hen een groot deel van de tijd letterlijk alleen, wachtend op een gebaar, een woord of ondersteuning van onze kant.Als we geen tijd hebben, als andere taken ons roepen, als we er geen zin in hebben, dan wenden we onze blikken af en we vermijden oogcontact. We kunnen er niet tegen, tegen die blikken, die onderzoekend, argwanend - want te veel alleen gelaten -, berustend, maar ook vragend en vol lijden zijn. We draaien ons om en gaan weer verder in onze eigen wereld. Op verjaardagen praten we druk met onze familieleden en vrienden. Vakanties worden doorgesproken, reizen verhaald, verhalen verteld over de inrichting van de kamers van onze zonen en dochters die gaan studeren, we vertellen over conflicten op ons werk en over de stand van zaken in de voetbalcompetitie. We vergeten hen eenvoudigweg, die moeders, vaders en andere ouderen die ons tempo niet meer aankunnen, die slechthorend zijn, die veel van wat we vertellen niet meer begrijpen. We betrekken hen niet meer in het gesprek. We vertalen onze snelle verhalen niet in kleinere en eenvoudige versies, zodat ze even mee kunnen denken en beleven. We luisteren niet naar hen. We laten hen rustig zitten met hun volle kopjes koffie en glaasjes wijn, die ze zelf niet meer zonder knoeien naar hun mond kunnen brengen…Als het feestje voorbij is, zeggen we elkaar gehaast gedag, ja we hebben nog veel te doen. De ouderen blijven verbijsterd, vermoeid en teleurgesteld achter. Of erger nog: ze zeggen dat het gezellig was, het feestje, terwijl niemand met hen sprak.

Die ouderen zijn echter helemaal geen anderen! Het zijn de mensen die ons de borst gaven, die ons leerden fietsen en zwemmen. Het zijn de ouders die zich zorgen om ons maakten toen wij klein en kwetsbaar waren, die het beste voor ons wilden en die zichzelf dingen ontzegden om ons meer te kunnen meegeven! We maken een geweldige denkfout door hen op afstand van ons te plaatsen en weg te kijken. Bovendien, die ouderen, dat zijn ook wij! Straks zijn wij aan de beurt om zo in de stoel te zitten. Wie heeft onze kinderen dan voorgeleefd hoe het ook kan? Er is helemaal geen wij en zij. Wíj zijn de ouderen, over tien, twintig jaar… Wie zorgt er voor ons? Straks zitten wij op feestjes, en zijn wij de anderen. Hebben wij ons nageslacht dan alleen geleerd om van ons weg te kijken?

Gepubliceerd in: Zorgbelang, Gezond lijfblad voor alle Limburgers, nummer 1, 2011