Snipperbericht 12
Aanwijzingen voor wie het levensverhaal wil schrijvenen spelregels voor het schrijven in een groep
Ik denk niet dat het van trots en onbeschaamdheid getuigt de geschiedenis van je eigen leven te schrijven; nog minder om uit de herinneringen die dit leven in ons heeft achtergelaten, te kiezen wat ons de moeite van het behouden waard lijkt. Ik voor mijn part geloof een plicht te vervullen, een tamelijk akelige zelfs, want ik ken niets dat lastiger is dan het definiëren en samenvatten van de eigen persoon.De studie van het menselijk hart is van dien aard dat hoe meer men erin opgaat hoe minder klaar men ziet en voor sommige actieve geesten is zelfkennis een langdradige en altijd onvolledige studie. Toch zal ik deze plicht vervullen; ze heeft me altijd voor ogen gestaan; ik heb mezelf altijd beloofd niet te sterven alvorens ik had gedaan wat ik anderen altijd heb aangeraden voor zichzelf te doen: een oprechte studie maken van mijn eigen aard en een aandachtig onderzoek verrichten naar mijn eigen bestaan.(…) De vergetelheid is een stompzinnig monster dat te veel generaties heeft opgeslokt. Hoeveel helden blijven voor altijd onbekend omdat ze niets hebben nagelaten waarmee voor hen een graftombe kon worden opgericht! Hoeveel lichten zijn in de geschiedenis gedoofd omdat de adel de enige fakkel heeft willen zijn en de enige geschiedenis van de afgelopen eeuwen! U allen met meer in de geest dan het beperkte besef van het op zichzelf staande heden, ontsnapt aan de vergetelheid! U allen die uw leven hebt begrepen en uw hart gepeild, schrijft uw geschiedenis! Met geen andere doeleinden schrijf ik de mijne en ga ik die van mijn ouders vertellen.George Sand in: De geschiedenis van mijn leven. Sara, Amsterdam, 1985, blz. 7 en 15
Als je je eigen levensverhaal wilt schrijven, begin je aan een lange reis langs je eindeloze voorraad herinneringen, de bekende en de onbekende. Het is meestal geen reis die van te voren helemaal uitgestippeld is, want je weet nooit wat je allemaal zult tegenkomen en of je niet een paar dagen langer wilt blijven op een plek. Je kunt een plan volgen, bijvoorbeeld een jaar lang elke week een fragment schrijven aan de hand van de 52 schrijfoefeningen die op mijn site staan (opgebouwd als jaarcursus). Of je schrijft tweewekelijks een fragment en je zoekt telkens een thema dat bij je past. Of je doet mee in een schrijfcursus en daar volg je het plan van de docent. Je kunt ook gewoon beginnen bij een thema dat je aantrekt en op en neer hoppen tussen de oefeningen, van het ene thema naar het andere gaan, zoals je ook op vakantie soms op prachtige plekken komt door gewoon maar je gevoel te volgen en wat te dwalen. Het is een reis, maar ook een speurtocht, want je bent op zoek naar de fragmenten uit je eigen levensverhaal. De herinnering is grillig en geeft niet zomaar alles prijs. Af en toe weet je dat er meer moet zijn en kun je er net niet bij, zoals een woord soms op je tong ligt en je het toch niet uit kunt spreken. Bovendien: het levensverhaal is zo oneindig groot, dat je het gevaar loopt tegen een te grote taak aan te boksen. Want waar begin je en hoe pak je het aan? En hoe krijg je dan ooit dat hele leven in beeld?
Het levensverhaal als mozaïek Het is onmogelijk om in een cursus of zelfs in een jaarcursus van 52 oefeningen je hele leven in één mooi lopend verhaal te beschrijven, geordend en wel, en dan ook nog eens te weten wat de zin van alles was en je rode draad te kennen. Je kunt natuurlijk je leven beschrijven vanaf je geboorte, chronologisch via de elkaar opvolgende levensfasen, tot aan het moment van nu. Maar dan loop je het gevaar dat je een en-toen-en-toen-verhaal schrijft met teveel opsommingen, dat je vastloopt in de veelheid van de herinneringen die je tegenkomt, of dat je botst op de gaten in je geheugen, dat over bepaalde periodes niet veel los zal laten. Het maakt je schrijftaak wel héél groot en onoverzichtelijk.Als je begint met het schrijven van verhalen over je leven, laat dan dus om te beginnen dat beeld van dat mooie boek en dat hele verhaal (voorlopig) los. Laat ook het idee los, dat je alles wilt omvatten en beschrijven. Dat gaat eenvoudigweg niet, het hele leven is te groot. Het materiaal is oneindig. Je móet kiezen.Begin daarom met het zoeken naar fragmenten uit je eigen levensverhaal. Zoek naar concrete voorvallen en gebeurtenissen, zoem in op een periode of een mijlpaal in je leven. Die fragmenten kun je zien als stukjes van een grote legpuzzel. Naarmate je meer fragmenten hebt, kun je die stukjes als een mozaïek in elkaar schuiven en zie je verbanden of rode draden. De gaten kun je later opvullen met weer nieuwe fragmenten. Zie het schrijven van je levensverhaal als een zoektocht in rondes. Als een vakantieplek je heel erg bevalt, ga je óók terug om er nog een keer te zijn, de sfeer te proeven en nieuwe aspecten van het land, de stad of de cultuur te ontdekken en mee te maken. De schrijfoefeningen helpen om de fragmenten, de puzzelstukjes, te vinden. Ze brengen je op een bepaald spoor.
Het levensverhaal is nooit af Je levensverhaal is het verhaal voor zover je dat zelf kent: niet alle puzzelstukjes zijn te vinden, ook niet voor jezelf. Het is bovendien het verhaal dat is gekleurd en meebepaald door de gebeurtenissen in de tijd waarin je leefde en leeft. Zo heeft voor veel mensen de oorlog een belangrijke rol gespeeld in hun eigen levensverhaal of de naoorlogse tijd van wederopbouw, voor anderen zijn de woelige jaren zestig waarin zoveel veranderde van groot belang en voor weer anderen zijn het de jaren tachtig waarin computers hun opmars maakten, die hen tekenden. De tijd en de gebeurtenissen van die tijd vormen het decor, de achtergrond van je verhaal. Het bezigzijn met het eigen levensverhaal is nooit af, net zo min als het antwoord op de vraag naar de zin van het leven ooit wordt gevonden. Zolang je leeft zal bovendien het perspectief waarmee je terugblikt, veranderen. Het gaat er dan ook minder om volledig te zijn of alle antwoorden op onze vragen te vinden, het gaat er meer om terug te blikken om ervan te leren en af en toe een inkijkje te krijgen in wat we nog willen met de tijd die ons rest. Het gaat dus om een proces. Je begint aan een ontdekkingstocht, als je langer werkt aan je eigen verhaal, ontdek je steeds iets nieuws en kom je tot verdieping en nuancering. Je leert je levensverhaal te plaatsen in de tijd en in de mogelijkheden die er waren, je leert je verhaal te nemen zoals het is, je leert te leven met je eigen geschiedenis en je leert in het eigen verhaal te zoeken naar de momenten van kracht. Het terugblikken naar het verleden kan je zo instrumenten aanreiken om het nu en de toekomst vorm te geven. Er zullen echter altijd puzzelstukjes uit het grote geheel blijven ontbreken, en er zullen altijd onbeantwoorde vragen blijven.
Tijdsdruk Als je op zoek gaat naar fragmenten uit je eigen levensverhaal is het goed om te weten dat je herinnering wordt gestimuleerd op heel verschillende manieren en door heel verschillende werkwijzen. In de schrijfoefeningen op mijn site vind je dat terug. De ene keer schrijf je naar aanleiding van geuren, een volgende keer bij foto’s (beelden). Muziekfragmenten, plaatsen en huizen van vroeger, een fragment uit een boek: op allerlei manieren word je de herinnering in geleid. Voor de verschillende stappen in de oefeningen kun je het beste je tijd begrenzen. De oefeningen op de site zijn (bijna) allemaal gemaakt om er één dagdeel mee bezig te zijn. Je wordt dus gedwongen om heel snel te kiezen en te werken. Ook als je deelneemt in een cursus, krijg je meestal relatief weinig tijd. Tijdsdruk geeft een bepaalde spanning, er is weinig tijd om je te verliezen in bespiegelingen of om uitgebreid om de brei heen te draaien. Uitstelmechanismes krijgen geen kans. Je kunt op die manier minder goed alles ‘bedenken’, je moet het eigenlijk laten gebeuren en dat is precies de manier waarop je de herinneringen kunt vangen, als dromen! Je kunt het niet uitstellen, want dan is het te laat. Hoewel het gek klinkt, helpt het juist om in korte tijd iets te maken of bedenken. Wat je ook maakt tijdens zo’n oefening, aantekeningen, een korte tekst, een tekening, het is nooit helemaal af. En: het hoeft niet perfect te zijn. Je moet het beschouwen als een aanzet tot. Je kunt het altijd afmaken en verder uitdiepen en uitwerken. En als een thema je heel erg aanspreekt, kun je er vervolgens wekenlang mee aan de slag…
Verschillende werkwijzen en middelen Mensen leren op heel verschillende wijze, voor de een is dit behulpzaam, voor de ander juist weer iets anders. Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan ieders persoonlijke mogelijkheden en creatieve bronnen, vind ik variatie belangrijk, zowel in de oefeningen als in een cursus. Door het verrassingseffect van steeds iets anders blijf je bovendien wakker en nieuwsgierig. Als je in een groep werkt, is het fijn om aan elkaar herinneringen te vertellen en ervaringen te bespreken, maar je werkt ook vaak in een tweetal of in een kleine groep, of even helemaal alleen. Je luistert naar voorgelezen teksten, en om de herinnering te stimuleren zijn er oefeningen die alle zintuigen aanspreken: kijken naar beelden en foto’s, ruiken en proeven, luisteren, voelen. In een groep maak je aantekeningen en je schrijft kleine teksten. Met kleuren werken, tekenen en verbeelden, knippen en plakken, stempelen, af en toe een ontspanningsoefening doen en je terugtrekken in jezelf: het zijn allemaal aspecten van het bezig zijn met het eigen verhaal. In een groep kun je de uitkomsten van die zoektochten in de herinnering met elkaar delen. Een cursus biedt een uitgebreid scala van allerlei: probeer dus alles uit en ervaar wat bij je past, waardoor je gestimuleerd wordt. Het biedt misschien handvaten voor de toekomst.
Leren van positieve ervaringen Mensen leren van positieve ervaringen. En hoewel sommige mensen hun levensverhaal willen schrijven omdat ze heel bijzondere ervaringen hebben, bijvoorbeeld vanwege een ziekte of gebeurtenis die hun hele leven veranderde, zijn de schrijfoefeningen er niet op gericht één thema systematisch te verkennen. Als er hoofdthema’s zijn, dan duiken die vanzelf wel op, omdat ze in meerdere fragmenten aan de orde komen en na verloop van tijd wordt de rode draad zichtbaar. In de oefeningen wordt speciale aandacht besteed aan het zoeken naar en beschrijven van de positieve ervaringen, keerpunten en belevenissen in je levensverhaal. Op die manier kom je in contact met de goede dingen in het leven en vind je aanwijzingen voor het vormgeven van de tijd die voor je ligt. Soms helpt het om de balans tussen de moeilijke kanten van het leven en de vrolijkere en lichtere zijde weer wat meer in evenwicht te brengen. Misschien vind je een nieuwe uitdaging door een van de oefeningen. En misschien helpt het schrijven je de eigen ervaringen woorden te geven, emoties te beschrijven en zo beter te gaan begrijpen waar het allemaal toe diende.
Eigen verantwoordelijkheid Als je je levensverhaal schrijft in een groep, is het belangrijk om je te realiseren, dat je verantwoordelijk bent voor zichzelf: jij bepaalt wat je wilt delen uit je eigen verhaal met je medegroepsgenoten. Je bepaalt zelf de grenzen van je mededeelzaamheid. Als er een herinnering in je bovenkomt, die je te privé vindt, dan hou je die voor jezelf, en dan vertel je een andere herinnering, of iets wat er mee te maken heeft. Het gaat er niet om alles te vertellen en te delen. Het is belangrijk dat je bewust kiest om te vertellen over moeilijke gebeurtenissen of periodes. Vertel er niet over als je er nog niet aan toe bent. Of vertel er misschien over in het tweetal of in de kleine groep, maar hou het dan in de grote groepsuitwisseling voor jezelf. Zorg er zelf voor, dat je niet beladen met onverwerkte verhalen naar huis gaat na de cursusbijeenkomst.Je moet zelf in de gaten houden wat je aankunt en wat je wilt delen met anderen. Het bezig zijn met het eigen levensverhaal kan erg confronterend zijn: je komt veel oude emoties tegen. Zorg ervoor dat je dat kunt blijven behappen en dat het je niet overspoelt.
Respect Herinneringen en verhalen, flarden uit het eigen levensverhaal worden in een groep gedeeld met elkaar. Er wordt niet alleen geschreven, de geschreven verhalen worden ook voorgelezen en soms besproken. Het is bijzonder, als mensen in een sfeer van vertrouwen en aandacht naar elkaars verhalen kunnen luisteren. Het respect hebben voor zowel het eigen verhaal als het verhaal van de ander is daarin heel wezenlijk. Iedere deelnemer in de groep respecteert en accepteert de grenzen van de ander. Ga dus niet aan de ander trekken om nog meer informatie, wanneer je merkt dat iets gevoelig ligt.
Voorlezen Voorlezen van je verhaal is – zeker in het begin – altijd spannend: je geeft jezelf bloot. In principe worden in een groep de geschreven teksten aan elkaar voorgelezen. Soms gebeurt dat in kleine groepen, omdat het teveel kan zijn om van iedereen alles te horen. Voorlezen is weer iets heel anders dan het schrijven van je verhaal: als je voorleest en je eigen stem hoort, ben je luisteraar van je eigen tekst. Dat kan je raken en emotioneren. Een tekst heeft zeggingskracht van zichzelf. Als je je verhalen voorleest aan anderen, lees dan gewoon voor. Geef geen uitleg van te voren, onderbreek niet tijdens het voorlezen om nog iets toe te lichten. Verontschuldigingen vooraf en tijdens het lezen zijn niet nodig. Voorlezen is nóóit verplicht. Als je je tekst te persoonlijk vindt, hou hem dan voor jezelf. Het idee dat het niks voorstelt of dat het niet mooi genoeg is mag echter geen reden zijn om niet voor te lezen.
Iedereen heeft een uniek, een eigen levensverhaal. Er is geen goed of slecht levensverhaal. Ondanks de uniciteit is er overigens wel vaak sprake van herkenning van ervaringen. Dat kan te maken hebben met een gezamenlijke tijdsspecifieke beleving, maar ook veel algemeen menselijke gevoelens en ervaringen (bijvoorbeeld afscheid nemen) zijn herkenbaar.
Experimenteer, maar forceer jezelf niet Verantwoordelijk zijn voor jezelf en je eigen proces, houdt ook in, dat je er zelf voor moet waken, dat je niet overbelast wordt. Het kan zijn, dat een thema of een opdracht je volstrekt niet aanspreekt, of dat je alleen maar heel veel weerstand voelt. Forceer jezelf niet. Soms kun je meedoen aan iets waar je geen zin in hebt vanuit nieuwsgierigheid: het lijkt me afschuwelijk, maar ik probeer het maar… Je zou de eerste niet zijn, die daarmee nieuwe dingen ontdekt. Dat tekenen vroeger afschuwelijk was, wil niet zeggen dat het dat nu ook nog is. Gun jezelf daarom het experiment. Maar het kan ook zijn, dat zelfs dat niet lukt: het thema of de opdracht is te zwaar of te moeilijk. In dat geval bent je volkomen vrij, om de opdracht voor jezelf zo te veranderen, dat je er wel mee uit de voeten kunt. Kies een ander onderwerp, of bewandel een zijweg van het thema, die je wel interessant en haalbaar vindt. Of doe even niets. Denk vooral niet: ik moet het doen, want het staat in het programma, het moet voor de begeleiding. Alles wat je doet, doe je voor jezelf. En als je erin slaagt, opdrachten zó te interpreteren, dat je er altijd wel plezier aan kunt beleven en dat je het aan kunt, helpt dat beslist om de fragmenten uit het levensverhaal zo te zoeken, dat je er ook mee verder kunt. Je moet zelf het plezier in het proces bewaken.Als je tijdens het schrijven zelf blokkeert of je wordt ineens overspoeld door herinneringen of verdriet, láát het dan maar even. Forceer jezelf niet. dan maar even niet. Het is niet erg om oude emoties tegen te komen en verdrietig te zijn over iets dat je tegenkomt in je eigen verhaal: verdriet hoort bij het leven. Zorg echter zelf, dat de balans tussen de moeilijke kanten van het leven en de vrolijke lichtere zijde in evenwicht is: in elk leven zijn ook positieve gebeurtenissen en ervaringen te verhalen. Niets moet. Geen enkele oefening is verplicht. Een schrijfcursus is geen therapie, en meestal is er in groepen weinig ruimte voor intensieve begeleiding.
Voor wie schrijf je? Weet je voor wie je je levensverhaal schrijft? Wie is je publiek? Je kinderen? Je familie? Schrijf je het verhaal alleen voor jezelf? Als je weet voor wie je schrijft, kan dat je helpen bij het schrijven. Stel je bijvoorbeeld voor dat een kleindochter, nichtje of buurvrouw bij je aan tafel zit. Aan haar schrijf je je verhaalfragmenten. Je vertelt de gebeurtenissen zó, dat zij ze kan begrijpen. Mij heeft het bij het schrijven altijd weer geholpen me voor te stellen aan wie en voor wie ik schrijf. Als je in een groep schrijft, is ook de cursusgroep je publiek. Als je schrijft voor mensen die je niet goed kennen, moet je misschien wat meer uitleggen, dan wanneer je schrijft voor jezelf.
Herinner mij. Ik heb mij neergeschreven op de rand van nu en daarna en toen.Hans Andreus in: Verzamelde gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 1984, blz. 345
Als je met een groep werkt Met mensen werken in een groep die allemaal hun eigen levensverhaal willen schrijven, is natuurlijk een spannende aangelegenheid. Er moet voldoende ruimte en veiligheid zijn voor het eigen verhaal en tegelijkertijd moet het werken in de groep een meerwaarde bieden boven het thuis schrijven aan verhalen. Die meerwaarde ligt vooral in de structuur die een cursus of workshop biedt: je reikt mensen een oefening of een serie oefeningen aan in hapklare brokken, je zorgt voor de opbouw, de tijdsindeling (en de tijdsdruk!). Een belangrijke taak is ook het beschermen van je deelnemers tegen het ‘teveel’. Bijvoorbeeld als zij teveel ineens willen doen, of teveel aan de verdrietkant van het leven schrijven. Als begeleider organiseer je het werken alleen en in kleine groepen, en je regelt het delen van de verhalen met elkaar. Ook in dat laatste ligt een grote meerwaarde: doordat mensen hun verhalen aan elkaar voorlezen, gebeurt er iets met hun eigen verhalen, ontdekken ze nieuwe eigen herinneringen en leren ze over hun eigen leven en dat van anderen. Zo werk je mee aan het daadwerkelijk ontstaan van kleine teksten. Je stimuleert je deelnemers hun verlangen om te zetten in concrete verhalen. Je biedt ze een werkwijze waarmee ze op pad kunnen, in de cursus en misschien daarna zelfstandig.
Maar in een groep gelden wel een aantal spelregels. Die spelregels, zoals ik die hierboven heb beschreven, vertel ik altijd duidelijk aan het begin van een cursus, soms uitgebreid en soms heel summier (bij een workshop). Ze geven een kader aan waarbinnen het schrijven van levensverhalen en het delen van de verhalen met elkaar zich zal afspelen. De spelregels hangen natuurlijk nauw samen met de methode zoals ik die ontwikkeld heb en die tot uitdrukking komt in de 52 oefeningen. Het geven van de aanwijzingen biedt de deelnemers de mogelijkheid hun verwachtingen over de cursus bij te stellen (aan het einde van de cursus is er dús nog geen levensverhaal in boekvorm!). Ze kunnen zich dan een reëler beeld gaan vormen van wat het betekent om het eigen verhaal te verwoorden. Ze kunnen zich ook gaan realiseren dat het levensverhaal nooit volledig kan zijn. In de aanwijzingen vertel ik ook altijd iets over de praktische gang van zaken tijdens het schrijven en het voorlezen van de verhalen. Ik zeg iets over werkvormen en schrijfwijze. De aanwijzingen geven de deelnemers een houvast voor het werken aan hun verhaal in de groep.
José Franssen (24-6-2013)